Duitsland trekt de portemonnee Deel II

Na drie dagen van inleidende beschietingen hebben de twee beoogde coalitiepartners in Duitsland, de CDU/CSU en SPD, vandaag bekend gemaakt dat ze het eens zijn over een pakket aan extra maatregelen voor defensie en infrastructuur.
Het gaat om honderden miljarden euro’s die de centrale overheid gaat uitgeven maar ook de deelstaten krijgen meer speelruimte voor hun uitgaven.
De noodzakelijke wijzigingen van de basiswet moeten nog worden goedgekeurd door de oude Bondsdag, in verband met het feit dat deze twee partijen in de nieuwe constellatie geen meerderheid hebben en er nog een derde (vermoedelijk linkse) partij bij moet.
Defensie
Merz heeft benadrukt dat Duitsland aanzienlijk meer moet investeren in defensie, vooral in het licht van de gespannen wereldwijde veiligheidssituatie, zoals de oorlog in Oekraïne en spanningen met Rusland.
Hij pleit voor een snelle en substantiële verhoging van de uitgaven voor de Bundeswehr. In februari 2025 werd gerapporteerd dat hij een fonds van minstens 200 miljard euro voor defensie wilde laten goedkeuren door het oude parlement, vóór de constituerende zitting van het nieuwe Bundestag op 25 maart 2025.
Tijdens sondierungsgesprekken met de SPD, die begin maart 2025 plaatsvonden, sprak hij over een aanpak van “whatever it takes” voor defensie-uitgaven.
Hij stelde voor om alle uitgaven boven 1% van het bbp (ongeveer 43 miljard euro bij het bbp van 2024) uit te zonderen van de Schuldenbremse, zodat deze via kredieten gefinancierd kunnen worden zonder de reguliere begroting te belasten.
Infrastructuur
Voor infrastructuur heeft Merz zich uitgesproken voor grootschalige investeringen om het “enorme investeringsgat” in Duitsland aan te pakken, zoals de slechte staat van wegen, spoorwegen en digitale netwerken.
In de onderhandelingen met de SPD op 4 maart 2025 kondigde hij een nieuw Sondervermögen aan van 500 miljard euro, te spreiden over tien jaar, specifiek voor infrastructuur.
Dit fonds zou eveneens via kredieten worden gefinancierd, waarmee hij erkent dat de reguliere begroting ontoereikend is voor deze behoeften. Hij benadrukte dat deze investeringen essentieel zijn om de economie weer op een groeipad te brengen en de infrastructuurachterstand te stoppen.
Schuldenbremse
Merz’ houding ten opzichte van de Schuldenbremse is genuanceerd en lijkt te verschuiven onder druk van de realiteit na de verkiezingen van 23 februari 2025. Voor de verkiezingen was hij een ferme voorstander van het behoud van de Schuldenbremse, met uitspraken als: “We moeten met het geld uitkomen dat we aan belastingen innen” (tijdens het TV-duel met Olaf Scholz in februari 2025).
Hij wees hervormingen af en stelde dat er eerst besparingen moesten komen voordat versoepeling bespreekbaar was. Na de verkiezingen, toen duidelijk werd dat de financiële behoeften voor defensie en infrastructuur enorm zijn, toonde hij meer flexibiliteit.
Op 25 februari 2025 zei hij dat een hervorming “in de nabije toekomst uitgesloten” is, maar hij sloot gesprekken niet uit. Tijdens de sondieringen met de SPD op 4 maart 2025 ging hij akkoord met een plan om de Schuldenbremse tegen eind 2025 te hervormen, met een expertencommissie om dit voor te bereiden.
Tegelijkertijd omzeilt hij de strikte regels nu al door Sondervermögen voor te stellen, die buiten de reguliere begroting om via kredieten worden gefinancierd – een pragmatische oplossing die de Schuldenbremse technisch intact laat, maar in feite versoepelt.
Conclusie
Merz heeft gezegd dat Duitsland “zeer snel zeer grote inspanningen” moet leveren voor defensie en infrastructuur, met concrete plannen voor een fonds van 200-400 miljard euro voor de Bundeswehr en 500 miljard euro voor infrastructuur.
Over de Schuldenbremse is hij van een harde nee-lijn verschoven naar een voorzichtige opening voor hervorming, terwijl hij nu al via Sondervermögen extra schulden mogelijk maakt. Zijn retoriek combineert fiscale discipline met de erkenning dat de huidige uitdagingen uitzonderlijke maatregelen vereisen.
Deze uitspraken weerspiegelen zowel zijn verkiezingsbeloftes als de pragmatische aanpassingen na de stembusgang, onder druk van coalitieonderhandelingen en geopolitieke urgentie.