Japanse beurs onderuit in Azië
De Aziatische beurzen noteerden maandagochtend overwegend lager, met de Japanse beurs als negatieve uitschieter.
De Shanghai Composite en de KOSPI index in Seoel daalden vanochtend tot een half procent, terwijl de Hang Seng index in Hongkong de ochtendverliezen wist weg te werken en nipt in het groen noteerde. De negatieve uitschieter was de Nikkei index in Tokio, met een verlies van meer dan twee procent.
De Japanse beurs werd vooral door energie- en vastgoedaandelen omlaag getrokken.
In China bleken de consumentenuitgaven in mei te zijn gestegen met 3,7 procent op jaarbasis, waar werd gerekend op een stijging van 3,0 procent. De industriële productie steeg daarnaast met 5,6 procent. Hier rekenden analisten op een stijging van 5,9 procent.
Afgelopen week stonden de Europese beurzen nog flink onder druk. De Stoxx Europe 600 en de Duitse DAX verloren ruim twee tot drie procent. In Parijs daalde de CAC 40 index zelfs meer dan zes procent.
Het negatieve sentiment in Europa staat in schril contrast met Wall Street, waar hoofdgraadmeter S&P 500 afgelopen week juist bijna dagelijks zijn hoogste stand ooit aanscherpte.
Technologie is door de hoge verwachtingen rond AI de aanjager op de Amerikaanse beurzen. Op weekbasis steeg de S&P 500 ruim 1,5 procent en techbeurs Nasdaq, dat vrijdag op een all time high sloot, won zelfs meer dan 3 procent. De meer traditioneel samengestelde Dow Jones index leverde echter een half procent in.
De Amerikaanse olie-future koerst vanochtend enkele tienden van een procent lager op 78,19 dollar per vat. Afgelopen week steeg de olieprijs op weekbasis nog met circa vier procent.
De Europese beurzen lijken zich maandag op te maken voor een hogere opening.
